Boswandeling bosbeheer

Cookies

We gebruiken eigen cookies en cookies van derden op de pagina's van deze website. Noodzakelijke cookies zijn nodig om de website te gebruiken. Analytische cookies helpen ons het gebruik van de website in kaart brengen en verbeteren.   Marketing en advertentiecookies volgen je surfgedrag tussen verschillende websites om een gebruikersprofiel samen te stellen en gerichte advertenties te tonen die bij jouw interesses passen.

06 november 2023

Boswandeling bosbeheer

Kapwerken Caestert

Op 5 november 2023 trotseerden we het winderige en regenachtige weer, op wandel door het Overbos op het plateau van Caestert. Wouter Mevis, werkzaam als bosconsulent bij Natuurpunt, en Remar, bestuurslid van de NP-afdeling van Riemst, waren de gidsen van dienst. Het leverde ons heel wat inzichten betreffende bosbeheer vroeger en nu, maar ook wat betreft de uitdunning werken (kapwerken) in de zuidrand van het Overbos.

Bij het bosgebruik vroeger, tot 40-50 jaar geleden, was er in onze streken van bewust bosbeheer in functie van de natuur geen sprake. Het houtgebruik, ook in het Overbos en het Carrébos, was puur functioneel en pragmatisch. Mensen hadden hout nodig om zich te verwarmen, te koken, de broodoven te stoken. Ze hadden stelen nodig voor hun werktuigen, palen om omheiningen rond weiland te plaatsen, enz. Hiervoor benutten ze struiken en bomen die niet interessant waren voor gebruik in gebouwen, zoals ‘minderwaardige’ houtsoorten, kromme bomen,.. Bomen, meestal eiken, maar ook es, iep en beuk, die veel potentie hadden voor later gebruik in gebouwen, meubels en dergelijke werden gekoesterd. Zij kregen meer licht en daardoor een bredere kruin. Optimale groei werd zo verzekerd. En enkel op het moment dat ze ‘rijp’ geacht werden voor gebruik werden ze gekapt. Dit vroegere gebruik leverde een bos met hoge bomen, jonge bomen, struiken en een soortenrijke kruidlaag met een hele verscheidenheid aan bloemen en planten. Dit was enkel mogelijk dankzij voldoende binnenkomend licht op de bodem. Onbedoeld leidde dit ook tot een hoge diversiteit in fauna: vogels, kevers, vlinders, insecten,..

Vandaag kennen we verschillende typen bosbeheer:

Natuurlijk bos: er wordt totaal niet ingegrepen. Het bladerdek is volledig dichtgegroeid. Bomen staan dicht op elkaar en moeten ‘vechten’ om licht. Ze hebben een heel kleine kruin en daardoor is hun groei niet optimaal. Er valt nauwelijks licht op de bodem, er is dus een eerder soortenarme kruidlaag , minder struikgewas en dus weinig diversiteit op vlak van flora en fauna. Op lange termijn, over honderden jaren, levert dit in onze regio een beukenbos. Beuken staan erom bekend als een van de weinige soorten te kunnen overleven met een minimum aan licht. Zo staan er in een dergelijk bos een aantal schijnbaar jonge boompjes van enkele cm doorsnede die mogelijks al 30 jaar oud zijn. Indien de mens niet zou ingrijpen in bijvoorbeeld een akker of weiland, dan krijg je gegarandeerd op lange termijn een ontwikkeling naar een natuurlijk bos .

Bij hakhoutbeheer worden bomen en struiken om de 3 à 10 jaar afgezet tot op de bodem of tot 10 à 20 centimeter hoog. Uit wat nog overblijft van de boom groeien binnen de kortste keren nieuwe scheuten die voor een ‘nieuw’ bos zorgen. Eeuwenlang was hakhoutbeheer bijzonder interessant voor de productie van brandhout, bezemstelen en ander geriefhout. Dit beheer kan bij bijna alle inheemse soorten worden toegepast. Dankzij die rotaties valt er veel licht op de bodem. Er groeien dan ook veel voorjaarsbloeiers en andere planten. Daarom wordt deze vorm van beheer in een aantal bossen toegepast.

Hooghoutbeheer is bedoeld om bomen te laten doorgroeien. Het beheer bestaat erin om de bomen tot volle ontwikkeling te laten komen. Het kruinendek is behoorlijk dichtgegroeid zodat er weinig licht op de bodem valt. Het beheer varieert in functie van het vooropgesteld doel, natuurdoelen of houtproductie doelen.

Het middelhoutbeheer is de combinatie van een hakhoutlaag met doorgroeiende bomen. Deze ‘bosbeheervorm’ was erg populair doorheen de eeuwen. Omwille van de enorme winst aan diversiteit, zoals we zagen bij het bosgebruik vroeger, is deze vorm van bosbeheer de laatste jaren te herkennen in heel wat bosgebieden in Vlaanderen.

Kapwerken in het Overbos Omdat er de voorbije jaren op het Plateau van Caestert prioriteit werd gegeven aan het herstel van de graslanden is er de laatste 20 jaar niets ondernomen op het vlak van beheer van het Overbos en Het Carrébos. Tijdens de periode van Dhr. Duchateau en de vroegere pachters van het gebied was er sprake van functioneel gebruik, zoals hierboven beschreven. Bewoners van Kanne hadden bepaald hout nodig en richtten zich tot de pachter. In 2023 werd dan voor het eerst de zuidrand uitgedund met als doel terug te keren naar het stadium van het vroeger bosgebruik. Herstelbeheer om te komen tot een grotere diversiteit in flora en fauna. Er werd uitgedund door bomen te kappen zodat er meer licht op de bodem valt en er terug een kruidlaag en struikgewas,….verschijnt. Bij het uitdunnen gebruikten de gedeeltelijk zware machines zoveel mogelijk dezelfde werkroutes, om de grond niet over heel het gebied vast te rijden. Als principe werd gehanteerd dat deze strook voor 50% lichtdoorlatend was. Een aantal oude en soms rotte bomen bleven staan, nog andere gekapte bomen bleven liggen in functie van kevers, vleermuizen, ea. In de toekomst wordt dan een vorm van hakhoutbeheer in de onderste laag toegepast. Bramen, esdoorn opslag ea. wordt manueel en met hulp van schapen periodisch aangepakt. De bosrand wordt een geleidelijke overgang grasland-bos in het belang van vogels, vlinders, insecten, kevers,…

Foto: Kristof Odeur