Komkommertijd worden ze genoemd – de rustige zomermaanden. Voor menig schapenhouder kende deze zomer echter zijn stormen en was de rust ver te zoeken. Blauwtong heeft Europa in zijn greep. Een nachtmerrie voor velen, ook Natuurpunt ontsnapte er niet aan.
Regen, een fenomeen waar niemand echt blij van wordt volgens mij, hebben we in overvloed gehad in de lente en het begin van de zomer. Een beetje is leuk, maar zoals dit jaar, daar werden ook de schapen niet heel blij van. Na de drukte van de lammertijd is het fijn als de mama schaapjes met hun lammetjes rustig kunnen grazen in een lentezonnetje. Die zon was dit jaar echter ver te zoeken. Door het overvloedig natte weer hadden we ook te kampen met ziekten. In juli waren er meerdere schapen en lammetjes met bleke slijmvliezen bij de ogen en het tandvlees. De rode lebmaagworm stak de kop op. De zieke schaapjes zijn naar de ziekenboeg gebracht waar ze extra konden aansterken. Een beetje extra zorg en het komt goed, dachten we op dat moment nog. Niets was minder waar…
Naarmate juli vorderde was er meer zonneschijn maar kwamen er helaas ook steeds meer zieke schapen. Ineens leken de meeste schaapjes en lammetjes niet meer goed te kunnen staan en de beestjes zakten door hun voorpoten. Ze gingen schuimbekken, hadden overvloedig speeksel, kregen letterlijk een blauwe tong en alle andere symptomen van de gevreesde ziekte blauwtong. Eén mini klein (rot)muggetje, de knut, van nog geen 4 mm lang vermoordt herkauwers door één stomme prik. Een kleine plaag met hele grote gevolgen.
Op 28 juli kregen we van het labo de bevestiging dat er in onze kuddes blauwtong was. Dit nadat alle schapen al eens gevaccineerd waren. De herders hadden geen rustige zomervakantie meer, maar slapeloze nachten en dagen van meer dan 14 uur werken. De schapen waren vermagerd en hadden zichtbaar pijn. De meeste waren zo zwak dat ze niet meer wisten welke kant ze op moesten lopen. Na 8 uur met vier mensen en drie honden – in een temperatuur van rond de 28 graden – de hellingen op en af te gaan, was de kudde eindelijk beneden, maar moest het eigenlijke werk nog beginnen. Een kleine week (met lange dagen en weinig nachtrust) kostte het om de hele kudde (1000 schapen) opnieuw te vaccineren, maar het gevaar was daarmee niet weg. Het vaccin werkt pas na enkele weken.
Dieren die zienderogen vermageren, zichtbaar pijn hebben, schuimbekken, etc. het was (en is) hartverscheurend om te zien. De zieke beestjes zijn met veel liefde verzorgd. Vrijwilligers hebben wilgentakken en andere kruiden, appels, peren kleine hapjes (je moet blijven voeren) bij elkaar gezocht. Aan liefde geen gebrek. Toch zijn de harten van de herders en vrijwilligers wel een beetje gebroken deze zomer. De herders hebben nog nooit zoveel kadavers geraapt als in de afgelopen maanden. Hoewel het koudefront nog niet lijkt te komen en de knut nog steeds rondvliegt, lijkt de ziekte iets af te nemen. Hoop doet leven en we verliezen de moed niet om door te gaan.
Als de goden ons goed gezind zijn en de kudde in de komende maanden kan aansterken dan gaat de winter Transhumance door. Net als vorig jaar willen we eind november / begin december de Mergellandkudde te voet van Riemst naar Voeren brengen. In oktober komt hierover meer concrete informatie, in de tussentijd mag iedereen duimen, een schietgebedje doen of een wens dat het goed komt. We kunnen alle positieve vibes goed gebruiken!
MG